specialist inbroedvrijhouden
Sinds januari 2016 bevestigen drie certificaten dat het managementsysteem van Staro voldoet aan de kwaliteitseisen die door VCA-petrochemie, ISO9001 en MVO Prestatieladder worden gesteld. We zijn daar trots op. Het managementsysteem op basis waarvan de certificaten zijn afgegeven ons om duurzaam, veilig en kwalitatief hoogstaand te werken.
In Nederland is de bescherming van natuurwaarden geregeld in de Wet natuurbescherming. Deze wet regelt de bescherming van soorten, gebieden en houtopstanden. Voor broedvrij houden is vooral categorie 1 van belang: Alle van nature in Nederland in het wild levende vogels, beschermd volgens het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn. Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet beschermde soorten, geldt de zorgplicht.
Een broedende vogel mag niet verstoord worden en zijn nest en eieren mogen niet verwijderd of verplaatst worden volgens nederlandse wet- en regelgeving. Dit kan conflicten geven met geplande werkzaamheden. In een terrein dat druk bezocht wordt door honkvaste kolonievogels betekent dit een behoorlijk risico voor de voortgang van de werkzaamheden. Gelukkig staat de wet toe dat een gebied broedvrij gehouden wordt.
Opdracht
Om juiste beslissingen voor beheer te kunnen nemen is het belangrijk om de huidige situatie van het bos goed in beeld te hebben. In 1999 zijn de gemeentebossen van Bergeijk geïnventariseerd met de methode Woodstock. De kracht van de methode Woodstock is dat door herhaalde meting op vaste punten de bosontwikkeling goed gevolgd kan worden. De gemeente Bergeijk heeft opdracht gegeven in 2014 een nieuwe Woodstockinventarisatie uit te voeren.
Aanpak
De methode Woodstock is een bosinventarisatiemethode. Er wordt een raster over het bosgebied gelegd, waarbij de snijpunten van het raster de steekproefpunten (plots) vormen. Voor het bos van de gemeente Bergeijk betekent dit dat er 300 plots bemonsterd worden met een straal van minimaal vijf en maximaal 20 meter. Van de aanwezige bomen wordt de soort, diameter en positie van de boom in het kronendak opgenomen. Per soort wordt binnen het plot willekeurig één proefboom gekozen waarvan de diameter en hoogte gemeten wordt om het volume te kunnen bepalen. Bij deze bomen wordt ook een aanwasboring gedaan. Daarnaast worden eigenschappen van het bos in beeld gebracht zoals de aanwezigheid van dood hout en kwaliteitshout, struikbedekking en het aandeel verjonging.