specialist inbroedvrijhouden
Sinds januari 2016 bevestigen drie certificaten dat het managementsysteem van Staro voldoet aan de kwaliteitseisen die door VCA-petrochemie, ISO9001 en MVO Prestatieladder worden gesteld. We zijn daar trots op. Het managementsysteem op basis waarvan de certificaten zijn afgegeven ons om duurzaam, veilig en kwalitatief hoogstaand te werken.
In Nederland is de bescherming van natuurwaarden geregeld in de Wet natuurbescherming. Deze wet regelt de bescherming van soorten, gebieden en houtopstanden. Voor broedvrij houden is vooral categorie 1 van belang: Alle van nature in Nederland in het wild levende vogels, beschermd volgens het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn. Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet beschermde soorten, geldt de zorgplicht.
Een broedende vogel mag niet verstoord worden en zijn nest en eieren mogen niet verwijderd of verplaatst worden volgens nederlandse wet- en regelgeving. Dit kan conflicten geven met geplande werkzaamheden. In een terrein dat druk bezocht wordt door honkvaste kolonievogels betekent dit een behoorlijk risico voor de voortgang van de werkzaamheden. Gelukkig staat de wet toe dat een gebied broedvrij gehouden wordt.
Opdracht
De Cruijslandse kreken zijn het mooiste voorbeeld van een ingedijkt krekensysteem in Noord-Brabant. De voormalige brakwatergetijdenkreken, die na de indijking in 1487 niet meer onder invloed staan van eb en vloed, zijn als het ware bevroren in het landschap. Nagenoeg het complete systeem heeft de ruim 500 daaropvolgende jaren goed overleefd. Het ligt als Aardkundig Monument in het landschap tussen Steenbergen en Roosendaal.
Voor het bijzondere en beschermde aardkundig waardevol gebied geldt een fikse natuuropgave. Er moeten natte natuurparels worden versterkt, ecologische verbindingen worden gelegd en er dient kreekherstel plaats te vinden. Bij de eerste projecten in het kader van natuurherstel werd snel duidelijk dat het aanleggen van natuurvriendelijke oevers de aardkundige waarden kan aantasten.
Waterschap Brabantse Delta heeft aan Staro Natuur en Buitengebied gevraagd om een duidelijke lijn uit te zetten hoe ecologie en aardkunde met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.
Aanpak
In de uitgebreide studie, die geleid heeft tot de ‘Visie Cruijslandse Kreken’, is veel aandacht uitgegaan naar het doorgronden van het landschap. Met name het ontstaan van het krekenstelsel heeft heel wat hoofdbrekens opgeleverd. De wijze waarop de mensen de gronden gebruikten is van grote invloed geweest op de kreken. In de loop van de eeuwen zijn veel percelen omgezet van hooiland naar akkerland. Dat wijst erop dat de gronden droger zijn geworden. Naast de betere ontwatering is gebleken dat met name de langs de kreken gelegen ‘eeuwkanten’ zijn opgehoogd. Ook de breedte van de kreken blijkt veelvuldig aangepast te zijn.
De natuurdoelen rond het krekenstelsel houden met name de ontwikkeling van moeras in. Hier horen aansprekende doelsoorten zoals de blauwborst, roerdomp en otter bij. Omdat een peilverhoging vanwege verregaande consequenties voor de landbouw uitgesloten is, zal de ontwikkeling van het gewenste vegetatietype gerealiseerd moeten worden door een verlaging van het maaiveld.
Resultaat
In de ‘Visie Cruijslandse Kreken’ is de kloof tussen natuurontwikkeling en aardkundige waarde geslecht. Er zijn drie inrichtingsmodellen vastgesteld:
+ Ecologische verbindingszone (4,5km): deze delen liggen buiten
het oorspronkelijke krekenstelsel en worden optimaal ingericht
voor natuur.
+ Kreekherstel met opgebrachte grond (9,6km): hier wordt
opgebrachte grond afgegraven om grondwater en maaiveld
dichter bij elkaar te brengen.
+ Kreekherstel met gave bodem (7,2km): hier blijven de ingrepen
beperkt tot bijvoorbeeld het afdammen of dichten van gegraven
greppels.