specialist inbroedvrijhouden
Sinds januari 2016 bevestigen drie certificaten dat het managementsysteem van Staro voldoet aan de kwaliteitseisen die door VCA-petrochemie, ISO9001 en MVO Prestatieladder worden gesteld. We zijn daar trots op. Het managementsysteem op basis waarvan de certificaten zijn afgegeven ons om duurzaam, veilig en kwalitatief hoogstaand te werken.
In Nederland is de bescherming van natuurwaarden geregeld in de Wet natuurbescherming. Deze wet regelt de bescherming van soorten, gebieden en houtopstanden. Voor broedvrij houden is vooral categorie 1 van belang: Alle van nature in Nederland in het wild levende vogels, beschermd volgens het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn. Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet beschermde soorten, geldt de zorgplicht.
Een broedende vogel mag niet verstoord worden en zijn nest en eieren mogen niet verwijderd of verplaatst worden volgens nederlandse wet- en regelgeving. Dit kan conflicten geven met geplande werkzaamheden. In een terrein dat druk bezocht wordt door honkvaste kolonievogels betekent dit een behoorlijk risico voor de voortgang van de werkzaamheden. Gelukkig staat de wet toe dat een gebied broedvrij gehouden wordt.
Opdracht
Een melkveehouderij in de provincie Noord-Holland is voornemens uit te breiden. Staro Natuur en Buitengebied heeft in een passende beoordeling de voorgenomen activiteit getoetst aan de Natuurbeschermingswet 1998. Bij de uitbreiding van het melkveebedrijf zal de stikstofdepositie toenemen. In de omgeving van het bedrijf liggen vier Natura 2000-gebieden waar stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van vogelsoorten voorkomen. In de passende beoordeling is getoetst of de te verwachten toename in stikstofdepositie de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden in gevaar brengt.
Aanpak
Allereerst zijn de stikstofgevoelige natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden bepaald. Vervolgens is in beeld gebracht wat de huidige knelpunten zijn voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen. Door de toename in stikstofdepositie af te zetten tegen de huidige achtergronddepositie is bepaald hoeveel de bedrijfsuitbreiding procentueel hieraan bijdraagt. In de passende beoordeling zijn ook de cumulatieve effecten van de planbijdrage bepaald. De effecten als gevolg van de toename van stikstofdepositie zijn beoordeeld in relatie tot de herstelmaatregelen die zijn beschreven in de (ontwerp)beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden.
Resultaten
Uit de passende beoordeling is gebleken dat de voorgenomen bedrijfsuitbreiding voor een geringe toename van stikstofdepositie zorgt. Voor de stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van vogelsoorten worden al herstelmaatregelen genomen. De geringe toename in stikstofdepositie als gevolg van de uitbreiding van de melkveehouderij heeft hierdoor geen significant negatieve effecten tot gevolg.