specialist inbroedvrijhouden
Sinds januari 2016 bevestigen drie certificaten dat het managementsysteem van Staro voldoet aan de kwaliteitseisen die door VCA-petrochemie, ISO9001 en MVO Prestatieladder worden gesteld. We zijn daar trots op. Het managementsysteem op basis waarvan de certificaten zijn afgegeven ons om duurzaam, veilig en kwalitatief hoogstaand te werken.
In Nederland is de bescherming van natuurwaarden geregeld in de Wet natuurbescherming. Deze wet regelt de bescherming van soorten, gebieden en houtopstanden. Voor broedvrij houden is vooral categorie 1 van belang: Alle van nature in Nederland in het wild levende vogels, beschermd volgens het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn. Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet beschermde soorten, geldt de zorgplicht.
Een broedende vogel mag niet verstoord worden en zijn nest en eieren mogen niet verwijderd of verplaatst worden volgens nederlandse wet- en regelgeving. Dit kan conflicten geven met geplande werkzaamheden. In een terrein dat druk bezocht wordt door honkvaste kolonievogels betekent dit een behoorlijk risico voor de voortgang van de werkzaamheden. Gelukkig staat de wet toe dat een gebied broedvrij gehouden wordt.
Opdracht
Er zijn plannen een tijdelijk natuurgebied in de Rotterdamse haven een andere bestemming te geven. In dit natuurgebied zijn zowel in 2010 als in 2011 territoria van slobeenden vastgesteld. In het kader van de natuurwetgeving is inzicht gewenst in hoe slobeenden het gebied gebruiken. Specifiek of slobeenden bij hoogwater het tijdelijke natuurgebied gebruiken als vluchtplaats.
Aanpak
Om het gebruik van het onderzoeksgebied door slobeenden te meten zijn verschillende tellingen verricht. Er is geteld op drie dagen met grote verschillen in hoog- en laagwaterstanden. Per dag zijn twee tellingen verricht. Eén telling bij laagwater en één telling bij hoogwater.
Opdracht
Tijdens de getelde dagen kon worden vastgesteld dat het gebied door slobeenden zeer beperkt wordt gebruikt als rustplaats of vluchtgebied. Alleen tijdens een telling in oktober zijn exemplaren waargenomen in het onderzoeksgebied. Daarnaast is nauwelijks verschil in aantallen slobeenden geconstateerd tijdens hoog- of laagwater.