specialist inbroedvrijhouden
Sinds januari 2016 bevestigen drie certificaten dat het managementsysteem van Staro voldoet aan de kwaliteitseisen die door VCA-petrochemie, ISO9001 en MVO Prestatieladder worden gesteld. We zijn daar trots op. Het managementsysteem op basis waarvan de certificaten zijn afgegeven ons om duurzaam, veilig en kwalitatief hoogstaand te werken.
In Nederland is de bescherming van natuurwaarden geregeld in de Wet natuurbescherming. Deze wet regelt de bescherming van soorten, gebieden en houtopstanden. Voor broedvrij houden is vooral categorie 1 van belang: Alle van nature in Nederland in het wild levende vogels, beschermd volgens het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn. Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet beschermde soorten, geldt de zorgplicht.
Een broedende vogel mag niet verstoord worden en zijn nest en eieren mogen niet verwijderd of verplaatst worden volgens nederlandse wet- en regelgeving. Dit kan conflicten geven met geplande werkzaamheden. In een terrein dat druk bezocht wordt door honkvaste kolonievogels betekent dit een behoorlijk risico voor de voortgang van de werkzaamheden. Gelukkig staat de wet toe dat een gebied broedvrij gehouden wordt.
Opdracht
De waterschappen zijn steeds op zoek naar nieuwe en verbeterde methodieken met betrekking tot efficiency, financiën, milieu en ecologische impact. De ecologische- en milieuaspecten zijn daarin steeds zwaarder gaan meewegen. Er is in de afgelopen jaren veel aandacht uitgegaan naar de onderhoudsmethode om aanwezige fauna te sparen bij werkzaamheden. Daarin is steeds meer variatie in ruimte en tijd aangebracht om de overlevingskansen voor flora en fauna te vergroten. Er is echter nog maar weinig kennis van de invloed van de verschillende soorten materieel op de aanwezige fauna
Aanpak
Er is op drie manieren informatie verzameld, via een enquête, interviews en een internationale literatuurstudie. Met behulp van de enquêtes is de huidige beheerpraktijk in beeld gebracht. Daarbij is tevens de kennis over effecten op fauna geïnventariseerd bij verschillende waterbeheerders. Door middel van interviews is die specialistische kennis uitgediept. Daarnaast is de beschikbare wetenschappelijke kennis over directe effecten van onderhoudsmethoden op fauna verzameld.
resultaat
Uit de literatuurreview komt naar voren dat er consequente verschillen zijn in sterftecijfers van fauna wanneer maaimachines en maaimethodes worden vergeleken. Ondanks dat het moeilijk is de verschillende onderzoeken met elkaar te vergelijken wordt het duidelijk dat klepelmaaiers en klepelen gecombineerd met afzuigen verantwoordelijk zijn voor de grootste schade aan fauna. Het zogenaamde maai-zuigen verwijderd nagenoeg alle in de vegetatie voorkomende fauna.
Op basis van de inventarisatie van beschikbare (wetenschappelijke) kennis zijn nadere onderzoeksvragen geformuleerd. De antwoorden op deze vragen kunnen bijdragen aan het vullen van de waargenomen relevante kennisleemten.